Hij moet meer worden, ik echter minder. Joh. 3:30
Als mensen jouw naam niet zouden kenden, maar over jou zouden praten als “de man/vrouw die Jezus brengt”. Zou je dat dan gaaf vinden of zou je ‘van de daken willen schreeuwen’ dat jij en vooral jij dat bent?
Er zijn zoveel mannen en vrouwen die in Gods Koninkrijk werken en daarbij vergeten dat ALLE eer aan God toekomt en dat het niet de bedoeling is dat – ook al zou het maar een klein deel zijn – je iets van die eer zelf opstrijkt. Daarnaast plaatsen mensen als vanzelf een ander mens graag op een podium om vervolgens tegen hen op te kijken en ze proberen te imiteren. Maar wie alleen kunnen wij het beste imiteren? Wie alleen verdient het om geëerd te worden? Precies, God!
Generatie zonder gezicht
God had jaren geleden tegen Jesse gezegd dat hij in de toekomst bekend zal zijn als de man die Jezus brengt in plaats van dat hij bekend zal zijn als Jesse. Toen we daarover nadachten wisten we nooit zo goed hoe we dat in deze tijd konden plaatsen. In een tijd waarbij er eigenlijk ‘altijd’ een grote foto van de spreker bij staat en waar een ‘Jesse Versloot Ministries’ niet zou misstaan tussen de vele anderen.
Op een gegeven moment lazen we een boek van Ivan en Isabel Allum waarin ze vertelden dat ze jaren geleden een visioen hadden gehad. Isabel had een smalle steeg gezien en een heleboel mensen die met lantaarns door deze steeg liepen om ieder hoekje en gaatje te verlichten. Het aparte was dat ze de gezichten van deze mensen niet kon zien. Ze vroeg aan God om de betekenis waarop God antwoorde dat het de generatie zonder naam een faam was. De generatie die Gods licht overal zullen verspreidden en daarbij in alles naar God zouden wijzen en zelf onbekend zouden zijn en blijven. Wauw! Dat is hetzelfde als wat Jesse gehoord had – en nog mooier – er zal een hele generatie van zijn/komen!!!
Zo gaf God ons niet lang daarna de naam ‘Fameless Heroes’. In het Nederlands zou je Roemloze Helden zeggen. Onberoemd, gezichtloos, naamloos. Het gaat niet om jou, het gaat erom dat mensen God leren kennen, dat ze hun hulp en redding bij God zoeken.
Eenheidsworst?
“Moet je dan je eigen identiteit verwaarlozen? Moet iedereen dan helemaal hetzelfde worden? Je bent toch uniek geschapen en hij gebruikt jou en mij toch om over God te praten, dan mag ik mijzelf toch laten zien?”
Jij bent jij en het is belangrijk om altijd jezelf te blijven. God gebruikt jou, hoe jij bent om Zijn licht door je heen te laten schijnen. Gods glorie is immers in jou, jij bent de brenger van het goede nieuws en het zijn jouw armen en benen die uitreiken, uitdelen en jouw talenten die je inzet.
Het is een hele fijne lijn, je gesteldheid van je hart maakt hierin het verschil. Voorstelrondjes zijn bijvoorbeeld voor menig mens ideaal om te vertellen wat je allemaal gedaan hebt, wat je allemaal doet en nog gaat doen. De één profilieert zich nog beter dan de ander. Het ene vlees wil nog harder roepen dan het andere vlees. Ieder mens voelt ergens die schreeuw vanbinnen om zichzelf goed op de kaart te zetten, om waardering van mensen te ontvangen. Terwijl we onze identiteit uit God moeten halen en alleen belangrijk moeten vinden wat Hij van je vindt in plaats van wat mensen vinden.
God zou snel klaar zijn als Hij in het voorstel rondje erbij zou zijn “Ik ben die Ik ben” zegt Hij over zichzelf. 😀
Je eigen ik
Als mens kun je al snel overal iets van vinden. Vertel je die mening dan aan anderen of vraag je aan God hoe hij ertegenaan kijkt en vertel je dat?
Wie je bent, wat je hebt in financieën aan talenten aan vriendschappen dat komt door Hem die jou dat gegeven heeft.
Wie ben jij dan om op je eigen borst te gaan slaan – verbaal of non-verbaal – dat jij dat alles zo goed kan en voor elkaar hebt? Zonder Hem kunnen wij niets.
Daarna zei Hij tegen allen die bij Hem waren: “Wie bij Mij wil horen, moet zichzelf volledig onbelangrijk vinden. Hij moet iedere dag zijn kruis dragen en dicht bij Mij blijven. Want wie zijn leven opgeeft voor Mij, zal het redden. Maar wie zijn leven wil vasthouden, zal het verliezen. Lukas 9:23,24
Onze eigen zin gaat recht in tegen de wil van God. Hij onderwerpt zich niet aan Gods wet en kan dat ook niet. Mensen die alleen maar hun eigen zin doen, kunnen God dan ook niet tevreden stellen. Romeinen 8:7
Je eigen ik, wil vaak zoveel en zoekt zijn geluk in dingen waarvan God weet dat het je geen geluk brengt. Je ‘ik wil dat hebben of doen’ of ‘ik vind’. Je ‘ik’, daarmee bedoel ik je vlees, datgene van jou wat tegen God in wil gaan. Met je ‘ik’ bedoel ik nu niet de mooie mens die je bent met je talenten en persoonlijkheid. Dat maakt jou wie je bent en die talenten heb je om uit te delen.
Als je je leven aan God hebt gegeven vraagt Hij van je om je eigen ik ook aan Hem te geven. En Zijn belofte is dat je dan leven vind bij Hem. Is dat moeilijk? Ja, dat is niet makkelijk want je vlees is het daar natuurlijk helemaal niet mee eens. Wordt je er gelukkig van? Jazeker, want je komt dan steeds dichter bij Hem en Hij blijft dan in jou waardoor je veel vrucht voort zult brengen.
Ik ben de wijnstok en u bent de ranken. Als u dicht bij Mij blijft en Ik blijf in u, brengt u veel vrucht voort. Want zonder Mij kunt u niets doen. Johannes 15:5
Ik < Hij
Gods opdracht is niet om een bediening op te zetten, of om je leven in te richten zoals jij dat zelf wilt.
Gods opdracht is om een imitator van Jezus te zijn. Om net als Jezus zo’n bruisende relatie te hebben met de Vader, dat je hele zijn steeds meer gelijk wordt aan die van Hem. Waarmee je omgaat, daar wordt je mee besmet zegt men wel eens. Dit is precies hoe onze maker het bedoeld heeft. Wij mogen onszelf aan Jezus spiegelen, steeds meer van onze eigen ik afleggen om zo steeds meer op Jezus te gaan lijken!
1 gedachte over “Niet ik maar Hij”